Simpel gezegd conditioneert een airconditioning de lucht in een ruimte. Een airconditioning kan koelen, verwarmen en verse lucht aanbrengen in de ruimte. Verder zorgt het ook voor het ontvochtigen en het filteren van de lucht. Dit samen zorgt voor een comfortabel binnenklimaat. Tegenwoordig is een airconditioning zo zuinig, dat het een alternatief voor de Cv-installatie is. Een airconditioning kan voor veel verschillende doelen worden gebruikt, zoals een slaapkamer, een winkel of een compleet ziekenhuis.

Elke airconditioning bestaat op zijn minst uit twee delen: een binnendeel en een buitendeel. Bij koelen haalt het binnendeel warmte uit de lucht en het buitendeel geeft de overtollige warmte af aan de buitenlucht. Bij verwarmen werkt dit principe precies andersom. Via het koudemiddel wordt de overtollige warmte of koeling getransporteerd.

Voor de techneuten onder ons:
Een vloeibaar koudemiddel wordt door een expansieventiel geëxpandeerd/verruimt. Het geëxpandeerde nog vloeibare koudemiddel onttrekt warmte uit de lucht en wordt gasvormig. Een compressor comprimeert het gasvormige koudemiddel naar hoge druk, waarna de warmte in het koudemiddel wordt afgegeven aan de omgeving en het gasvormige koudemiddel weer vloeibaar wordt in de condensor.